Net als mensen hebben bijen drie dingen nodig: een plek om te wonen, nestmateriaal  en voldoende voedsel. Omdat we het grootste deel van ons landoppervlak machinaal maaien en oogsten (dus grote oppervlakken tegelijk aanpakken) zijn er regelmatig periodes dat er voor bijen weinig of geen voedsel te vinden is. Daarnaast kunnen bijen te lijden hebben van bestrijdingsmiddelen of ziektes (honingbij).

Honingbijen in ons land worden altijd gehouden door imkers. Naast de honingbij komen er maar liefst 357 andere bijensoorten voor in Nederland. Omdat ze niet gehouden worden, noemen we die ‘wilde bijen’. Wilde bijen moeten zichzelf zien te redden. De meeste leven niet in volken, maar zijn solitair. Ze bouwen een nestje in de grond, in een holle stengel of in je bijenhotel. Naast een plek voor hun nest hebben ze ook stuifmeel en nectar nodig op vliegafstand. Sommige soorten hebben speciale planten nodig, zoals klavers of viooltjes. 

Wat kun je zelf doen voor bijen ? 
Belangrijk is dat er het hele groeiseizoen veel verschillende bloeiende planten zijn. Liefst streekeigen soorten, want veel wilde bijen zijn juist daar van afhankelijk. Dat kun je doen door bij elke maaibeurt stroken gras met bloemen te laten staan. Die stroken neem je dan in een volgende maaibeurt mee. Laat ook over de winter hoekjes met dode plantenstengels staan. Hier nestelen bijen in. Ook poppen van vlinders help je daar de winter mee door. 
De meeste soorten wilde bijen zijn ongevaarlijk voor mensen, ze steken vrijwel nooit.

De helft van de insectenbestuiving van voedselgewassen vindt plaats door de honingbij. De andere helft wordt verzorgd door andere bijen. 

Leuke websites over bijen:
www.bestuivers.nl(externe link)
www.bijenstichting.nl(externe link)
www.vlinderstichting.nl(externe link)