Wat is natuurinclusief bouwen?

Wanneer je gaat bouwen of renoveren kun je rekening houden met de waarde van de natuur in de omgeving. Dit noemen we natuurinclusief bouwen. Je kunt dit doen door bijvoorbeeld verblijf- en nestvoorzieningen te plaatsen in gebouwen. Ook kun je zorgen voor het planten van bepaalde planten en bomen in de leefomgeving van dieren. Denk ook aan bijvoorbeeld klimplanten, als ‘groene gevel’ of ‘groene daken’, die zorgen voor verkoeling en vertraagde wegloop van regenwater.

Waarom natuurinclusief bouwen?

Gemeente Ooststellingwerf is een groene gemeente met karakteristieke dorpen en veel buitengebied. Biodiversiteit is belangrijk en hoort bij het groene karakter van de gemeente. We vinden het belangrijk om de lokale natuur te helpen en behouden en daarom stimuleren we natuurinclusieve ontwikkelingen, waaronder natuurinclusief bouwen.

Natuurinclusief bouwen is goed voor mens en natuur. Het versterkt de biodiversiteit, omdat planten- en diersoorten meer leefgebied krijgen. Daarnaast draagt dit bij aan de leefomgeving van de inwoners. Meer bomen en planten in de omgeving ziet er niet alleen mooi uit, het levert ook verkoeling en zorgt voor opname van koolstofdioxide, CO2. Zo helpt het tegen klimaatverandering.

Er wordt steeds meer gebouwd, waardoor er minder leefomgeving voor dieren overblijft. Daarbij worden moderne woningen en bedrijfspanden steeds meer geïsoleerd. Gevolg hiervan is dat onder andere vleermuizen niet meer in deze gebouwen kunnen wonen. Daarom is het belangrijk om rekening te houden met de natuur als je gaat bouwen. Als we samenwerken, is onze impact groot.

Zelf aan de slag

Natuurinclusief bouwen kun je ook zelf. Er zijn verschillende mogelijkheden waarmee je de biodiversiteit kunt versterken. Onderstaand vind je inspiratie voor natuurinclusief bouwen op of aan gebouwen en natuurinclusief bouwen in de tuin.

Op of aan gebouwen

  • Nestgelegenheid voor vogels (gierzwaluw, zwarte roodstaart, en de huismus). In de vorm van losse of ingebouwde nestkasten
  • Verblijfplaatsen voor vleermuizen (groot en klein).
  • Glasmarkering, zodat vogels niet tegen grote ramen vliegen.
  • ´Groen- of bruindaken´ (mosbeplanting, grasdak of grindbedekking), als leefomgeving voor dieren en voor verkoeling en vertraging van regenwaterafvoer.
  • Groene gevels met sluierbeplanting voor verkoeling en als nest- en schuilplek voor vogels.
  • Balkontuin met inheemse wilde planten of een moestuintje.

Rond gebouwen in tuinen, op erven en in ‘plantsoenen’

  • Beplanting en zaaien met inheemse wilde grassen en kruiden (bloemen).
  • Beplanting met inheemse struiken en bomen. Vooral inheemse bessen en vruchtproducerende bomen (denk aan kersen en appelbomen) leveren veel lekkers op voor zowel mensen als (wilde) dieren.
  • Ontwikkeling van maatschappelijk gedeelde voedselbossen.
  • Vijvers voor amfibieën op ecologische leest.
  • Wadi’s (een groene greppel).
  • Vogelbaden.
  • Broeihopen voor ringslangen op erven in het buitengebied en nabij natuurwateren.
  • Bijenhotels.
  • Nestkasten voor uilen (kerkuil en steenuil), torenvalk en andere erfvogels op boerenerven of tuinen in het buitengebied.
  • Takkenrillen als schuilplek voor kleine zoogdieren waaronder woelmuizen. En als voedsel voor kleine roofdieren als de wezel en insectenetende dieren als spitsmuizen en de egel.
  • Een egelkast in tuinen
  • Vleermuisvriendelijke verlichting.
  • Halfbestrating en waterdoorlatende bermverharding; het zoveel mogelijk weglaten van bestrating voor betere waterafvoer in de bodem.

Toetsing van ruimtelijke ingrepen in het licht van de Wet natuurbescherming

Een groot aantal dieren en alle inheemse vogelsoorten zijn in Nederland beschermt onder de Wet natuurbescherming. Dit betekent dat plannen of handelingen die beschermde soorten benadelen niet zomaar mogelijk zijn. Dat werkt beperkend op ontwikkelingsmogelijkheden, maar biedt in het kader van natuurinclusief bouwen ook kansen. Hoe meer ‘ecologische buffer’ voor beschermde soorten, hoe groter de speelruimte voor bepaalde ontwikkelingen; en omgekeerd. Er ligt een groot belang om natuur te beschermen, ook voor algemeen maatschappelijk welzijn.

In het kader van de Wet natuurbescherming en de huidige Omgevingsvergunning geldt een onafhankelijke natuurtoetsing van ingrepen die van invloed kunnen zijn op beschermde dieren en planten (en natuurgebieden) in en bij het plangebied. Hierbij gaat het lang niet altijd om grote ontwikkelingen. Relatief kleine ingrepen zoals spouwmuur- en dakisolatie kunnen bijvoorbeeld rampzalig zijn voor vleermuizen.

Informeer bij twijfel over de gevolgen van uw ingreep op natuurwaarden of over natuurbeschermende maatregelen bij de gemeente.