De geboortepapieren van Ooststellingwerf

Het gebied Stellingwerf was bijna twee eeuwen lang een zelfstandige boerenrepubliek, die zich vaak verbond met de noordelijke Friese buren tegen de bisschop van Utrecht. De vroegste vermelding van ‘Stellingwarf’ is uit 1309. ‘Werf’ of ‘warf’ had de betekenis van plaats of streek, terwijl met ‘stelling’ een dorpsrechter werd aangeduid. Twaalf dorpen in oostelijk Stellingwerf sloten zich in 1328 aan bij het westelijk deel. In 1504 werden de Stellingwerven officieel onderdeel van het gewest Friesland. In 1517 splitste de grietenij zich op in Oost- en Weststellingwerf.

Fragment van een van de eerste kaarten met de dorpen van Ooststellingwerf e.o. duidelijk aangegeven, 1573 (KB Brussel)

De eerste vermelding van ‘Stellingwarf’ in een bisschoppelijke oorkonde geschreven in het Latijn, 1309 (Utrechts Archief)

De bisschop van Utrecht geeft de geestelijken in zijn bisdom opdracht om maatregelen te nemen tegen de Friezen van ‘Stellingwarf et Scoterwarf’ die het Land van Vollenhove zijn binnengevallen.

‘Lyckle Eblens heeft commissie up die helft van den Grietenye van Stellingwerff, ende die gehele Grietenye in Scoterlant’, zoals vermeld in ‘1e Privilege-boek ’s Hofs van Vriesland’, 18 februari 1517.

De oudste vermelding van een oostelijk en een westelijk deel van Stellingwerf, 1517 (Tresoar) 
De vaststelling van het gemeentewapen, 1818 (Gemeentearchief)

In 1350 werd door de Stellingwerven een zegel gebruikt met daarop een onduidelijk dier; waarschijnlijk een leeuw of een wolf. Pas in de 17e eeuw kwam de griffioen in het wapen van West- en Ooststellingwerf. De gemeente kreeg op 25 maart 1818 bij Koninklijk Besluit bericht dat het wapen officieel was vastgesteld met als beschrijving: ‘Van zilver, beladen met een griffioen van keel, gekeerd naar de linkerzijde van het schild, hebbende tusschen de voor- en achterpoten een roode bal, beladen met een gulden ster. Het schild gedekt met een goude kroon’. 

1350
1622
1708
1739